Vanuit mijn LC taal functie ben ik bezig een doorgaande lijn op gang te brengen binnen een drietal van onze stromen (leerroute 1,2,3) in onze school.
Wie doet wat in welke stroom en in welke bouw op gebied van lezen!
Uw kind kan losse letters kunnen samenvoegen tot een woord. Voorbeeld: Zet een rondje om de letters die samen het woord 'ruik' maken 'r', 't', 'u', 'k', 'ui'
Men spreekt van rijm als twee woorden in de beklemtoonde lettergrepen een klankgelijkheid hebben. Rijm speelt een belangrijke rol in gedichten en wordt daarom als een stijlfiguur gezien.
Begrippen die specifiek gericht zijn op het (leren) lezen. Het kennen van een aantal leesbegrippen wordt tot de leesvoorwaarden gerekend. Tekst: links, rechts, linkerkant, rechterkant, aanwijzen, beginnen met, eindigen met, bladzij, omslaan, woord, letter, op de lijn, regel, rijtje, eer...
Weetjes, handreikingen, artikelen die helpen taal binnen de leerroute 1,2 en 3 te optimaliseren, up to date te blijven van de laatste ontwikkelingen, ideeën op te doen en geïnspireerd te worden.
Lezen met kinderen met een verstandelijke beperking
Deelvaardigheid van het aanvankelijk lezen waarbij het horen van klankovereenkomsten en klankverschillen centraal staat. Hier moet het kind in staat zijn klanken of woorden te kunnen onderscheiden. Voorbeeld: Zijn deze twee woorden hetzelfde 'man' en 'maan'?
Het kunnen onthouden van auditief aangeboden informatie in de juiste volgorde. Tekst: Temporele orde waarneming wordt getoetst door woorden of zinnen te laten nazeggen. Zie voor een toets Diagnostiek van technisch lezen en aanvankelijk spellen.
Een deelvaardigheid van het aanvankelijk lezen: het omzetten van fonemen in grafemen of andersom. Tekst: Klanktekenkoppeling is een belangrijke deelvaardigheid van het aanvankelijk lezen. Basisvoorwaarden zijn auditieve discriminatie, visuele discriminatie en het vermogen tot automatisering.
Het -met aandacht voor zaken als articulatie, intonatie, mimiek en gestiek- verklanken van een tekst voor één of meer toehoorders. Een op de doelgroep gerichte tekstkeuze speelt daarbij een belangrijke rol. Bij het voorlezen aan jonge kinderen is vaak sprake van veel interactie voor, na en soms ook tijdens het verhaal.
De woorden die een taalgebruiker receptief en-of productief tot zijn beschikking heeft. Tekst: De ontwikkeling van de woordenschat vormt één van de deeltaalvaardigheden van lezen.
Kinderen maken kennis met boeken en geschreven taal. Boekoriëntatie kan ook verwijzen naar het zich oriënteren op een specifiek boek door de kaft te bekijken, te praten over de titel enz.
De mate waarin een kleuter begrijpt dat illustraties en tekst samen een verhaal vertellen, dat een boek van voor naar achter gelezen wordt en dat je vragen kunt stellen over een boek
De mate waarin een leerling gemotiveerd is om te (leren) lezen, waarbij moet worden aangetekend dat motivatie van groot belang is voor de leesontwikkeling.
Het toekennen van betekenis aan geschreven taal, een actief en complex proces waarbij zaken als woordenschat, voorkennis en een juist gebruik van leesstrategieën van essentieel belang zijn.
Een mening is een subjectieve opvatting van een individu of groep of een bepaalde houding ten opzichte van een bepaald onderwerp. Met subjectief wordt bedoeld dat de opvatting of houding niet is gebaseerd op feiten.
Een conclusie is een uiteindelijk besluit, oordeel of bevinding.